Francis Laleman – Reizen en eenzaamheid: uniek zijn

Reizen is jezelf leren kennen, hoe was dat voor jou? Wat ervoer je daar?
Ik voelde me daar heel vreemd. Ik moest vaak denken aan Al-Ghazali: een Arabische mysticus.

Die heeft zoiets geschreven als: De dingen die je toekomen, zullen altijd naar je toe komen ook al staan daar twee bergen bovenop.

Als je in India aankomt dan zit je boven op die berg, boven op die tweede schil. Op die tweede berg daar zit je. En het land zelf zit daar heel diep onder die tweede berg verborgen. Dan ben je op reis en dan kun je daar, boven op die berg, eventjes rondkijken. En dan glijd je van de berg af en dan ben je weer thuis, dan is het weer voorbij.

Maar als je een langer, of indringender project hebt, dan blijf je gewoon op die berg zitten.

Voor mij is reizen altijd meer de wens om ergens te zijn, meer nog dan om iets te bezichtigen.

Dan blijf je gewoon zitten. De zon schijnt, het is heel warm. En de plek waar je zit wordt nog warmer. En begint te smelten. En…. Geleidelijk aan zak je door de berg, en beland je op de schil van de eerste berg. En ondertussen borrelt de identiteit van het land en van je omgeving of noem het je systemische environment.

Het is een heel pijnlijk proces. Je kunt alleen maar smelten en zakken als je jezelf aflegt. Als je je schillen aflegt. Als je wat je zelf, je bagage, je pakjes die je hebt meegebracht af kunt leggen. Je eigen cultural identity. Die leg je af en die komt ook nooit meer terug. Want de nieuwe ik heeft nieuwe ervaringen en dus een nieuwe culturele identiteit en die is echt uniek. Ik ben geen Indiër geworden en ik ben ook geen Belg meer. Het is een eenzaam makend proces.

Want dan hoor je nergens meer bij.
Ja… Je hoort nergens bij, of je hoort dan bij diegene die nergens bij horen.

We hadden het net over terminologie, labels. Bijvoorbeeld hoogbegaafdheid.

Ik voel in de maatschappelijke context dat die woorden, de labels, zijn exclusief. We proberen aan inclusie te doen, maar eigenlijk maken we daar exclusieve constructen van.

De één hoort er dan bij en de ander niet.

Die hiërarchiserende terminologie. Alles wat zo benoemd wordt is hiërarchiserend. Jij bent Nederlander, ik niet. Jij houdt van oranje, ik mag dat dan niet.

We creëren exclusieve clubjes door hiërarchiserend te benoemen. We zouden daar eigenlijk andere woorden voor moeten vinden.

Is dat streven naar veiligheid? Of zit dat dieper? Is het om ergens bij te willen horen?
Ik denk dat de drijfveer om ergens bij te horen is gestoeld aann existentieel gevoel van er niet bij horen. Ik denk dat wij allemaal heel diep een bewust zijn aan ons uniek-zijn. Dus ergens hoor je nergens bij. Dat doet existentieel pijn. Daar komt de drang vandaan om zich aan te sluiten bij structuren. En ik denk dat dat niet nodig is. Ik denk dat als we daarvan bevrijd zijn.

Mijn dochter zit op de International School. Het gegeven van ‘belong to another country’ dat kent ze niet. Dat bestaat niet. Ze doen allemaal hun boterhamdoosjes over en ze kijken. De één heeft een boterham met kaas, de andere Masala. Ze lunchen samen, proeven van elkaar.
Ze behoren allemaal bij de 5de klas.

Wil je Francis ontmoeten en aan het werk zien?
Kom dan zondag 5 mei 2019 naar Voetstappen in het Veld.

Kaarten bestellen